Door vroeg in het seizoen te beweiden ontstaat er grasland dat in potentie geschikt is voor weidevogelkuikens: het gras is korter, opener en gevarieerder in lengte en dichtheid, dan dat van maaipercelen. Daarnaast vormen hoge graspollen en mestbossen dekking tegen predatoren en trekken mestflatten insecten aan die als voedsel voor kuikens kunnen dienen. Om inzicht te krijgen in de gevolgen hiervan op de opbrengst en graskwaliteit is in het POP3-project Vogels en Voorspoed Fryslân een praktijkproef uitgevoerd. In deze proef is ook gekeken naar de geschiktheid van het perceel voor weidevogelkuikens.