Beweiden en weidevogels
Beweiding heeft veel potentie ter versterking van het mozaïekbeheer. Binnen het project Vogels en Voorspoed is onderzoek gedaan naar de meerwaarde van beweiding voor boer en weidevogel.
Ondanks alle inspanningen van boeren en agrarische natuurverenigingen en collectieven nemen de weidevogelpopulaties nog steeds af. Het huidige Agrarische Natuur- en Landschapsbeheer richt zich op de concentratie van het beheer in weidevogelkerngebieden met een, in Friesland, geambieerde oppervlakte van 40.000 ha en 10.000 gruttoparen. Grote aaneengesloten gebieden met voldoende potentie en nog hoge weidevogeldichtheden. Uit de tussenevaluatie van de provincie blijkt dat deze doelstelling niet zal worden gehaald zonder extra inspanningen binnen en buiten de kerngebieden. In de praktijk blijkt dat ook binnen de kerngebieden het beheer nog te versnipperd is. De aaneengeslotenheid ontbreekt doordat binnen de bedrijfsvoering maar een beperkt deel van het areaal wordt gebruikt voor (zwaar) agrarisch natuurbeheer. Het is daarom van belang om op zoek te gaan naar maatregelen die zorgen voor een verbetering van de kwaliteit van het weidevogelmozaïek, en tegelijkertijd economisch inpasbaar zijn in de bedrijfsvoering.
Een maatregel die veel potentie heeft voor het versterken van het mozaïekbeheer is beweiding. Het doel van het project Vogels en Voorspoed Fryslân was het ontwikkelen en uittesten van beweidingsmaatregelen die een meerwaarde hebben voor het bedrijf en voor weidevogels. Het project richtte zich zowel op boeren die aan agrarisch natuurbeheer doen als boeren die dat (nog) niet doen
In samenwerking met het Louis Bolk Instituut heeft Agreco Advies onderzoek gedaan naar het effect van verschillende beweidingsmaatregelen.
De resultaten van het project zijn hier te vinden.